Jaarlingentijd Deel V
door
Arie Dijkstra
Zaterdag 22 mei was de eerste belangrijke test voor de fondduiven
(zowel dagfond als overnacht). In totaal had ik 39 duiven mee op de NPO-vlucht
Sourdun (562 km). De condities waren zwaar. De temperatuur lag niet bijster
hoog voor de tijd van het jaar en er waaide een harde noordwesten wind. Verder
hadden mijn duiven ten opzichte van de kortste afstand een overvlucht van
77 kilometer. Het werd dan ook geen sensationele uitslag, zoals sommige in
andere afdelingen wel hebben gerealiseerd. Toch ben ik dik tevreden. Mijn
eerste begint met de 124e tegen 13.845 duiven. Mijn negende pakt
nog de 560e prijs. In totaal staan er 20 van de 39 op de uitslag
(1:4). Dit biedt voor de komende dagfondvluchten veel perspectief. Ook omdat
mijn eerste en derde getekende als vijfde en zesde van het hok er heel goed
bij lagen. De eerste van het hok was Ian (NL03-4238976). Hij is een zoon van
de Blue King keer Ilse.
Op dezelfde dag dat Sourdun werd gespeeld had ik er ook nog eens
10 mee op Gennep (179 km). Dit werd een geweldig succes. Bilbo (NL03-4238907)
won hier de 1e prijs tegen 3.518 concurrenten. Hij is een zoon
van de Grijze Strik keer de Schellensduivin. De vader van de Grijze Strik
is de Witte Tournier en de moeder is een ingeteelde duivin van het koppel
Chartres keer de Haagse uit de C-lijn van Leo van Rijn. Oftewel van beide
kanten allemaal Tournier. De Witte Tournier is overigens een volle broer van
de vader van de Blue King.
Om niet in herhaling te vallen ga ik verder niet weer uitgebreid
in op de verzorging. Deze blijft hetzelfde als de afgelopen weken. Wel is
de voeding enigszins aangepast aan de lengte van de vlucht. Zo kregen de duiven
in de week voor een fondvlucht veel minder gerst en paddy en veel meer maïs,
pinda’s en hennep. Het frappante is dat dit vaak ook heel goed uitpakt voor
die enkele duiven die meegaan op een vitessevlucht. Want de duiven die meegegaan
zijn op Gennep hebben dezelfde verzorging en voeding gehad als de fondduiven.
Op de zondag na de fondvlucht heb ik de duiven nog wat kaasblokjes voorgeschoteld.
Dit heb ik ze als jonge duif al geleerd om te eten. Zeker als de vlucht zwaar
is geweest bevordert dit een sneller herstel.
Over twee weken staat de eerste africhtingvlucht van de jonge duiven
al op het programma van onze afdeling. Het wordt dus tijd dat de jonge duiven
hun vorm beginnen te krijgen. Zoals bij vele anderen zijn mijn jonge duiven
ook al enkele coliprobleempjes tegengekomen. Mijn motto is: niks aan doen,
het gaat wel weer over.
De jongen zijn op 27 april tegen paramyxo geënt. De avond ervoor
had ik ze al ingekorfd en mochten ze dus een nacht overnachten in de mand.
Een drietal dagen later kregen er al enkele jongen slechte mest en moesten
ze braken. Weer enkele dagen later had bijna de helft van de jongen hier last
van. Eigenlijk was ik hier wel blij mee. In het begin van mei is er alle tijd
om de duiven op een natuurlijke manier van het coliprobleem af te krijgen.
Op zo’n moment moet je gewoonweg niks forceren. Na de eerste gevallen heb
ik de jongen binnengehouden en ze op rantsoen gezet. Na tien dagen vasthouden
was het coliprobleem over.
Vanaf half mei heb ik de jongen langzamerhand weer langer laten trainen
en ben ik ze iets meer gaan voeren. Nu vliegen ze weer meer dan anderhalf
uur per dag. Dit zal de komende week nog naar twee uren gaan. Doordat ik kariger
ben gaan voeren luisteren de jongen uitstekend. De komende weken zullen ze
weer de mand in moeten voor hun eerste africhtingvluchtjes. Ik heb nog zitten
twijfelen of ik de jongen een geelkuur van zes dagen moest geven. Ik heb er
voor gekozen om dit toch te doen. De jongen hadden nog nooit iets van medicijnen
gehad. En inmiddels zijn de oudste jongen al een half jaar. Dus om bij het
opleren geen verliezen te hebben is voor een geelkuur gekozen. Ondanks dat
ze gezond zijn, merk je dat door een geelkuur te geven de conditie toch nog
beter wordt. Verder zal de verzorging de komende weken nog meer worden aangescherpt.
Zo hebben ze het afgelopen weekend ook voor het eerst stukjes wortel en rode
biet gekregen. Verder zullen ze de komende weken ook nog aan de kruidenthee
en kaas worden gezet.
Wanneer het weer het toelaat zullen de jongen op korte termijn voor
het eerst worden weggebracht. Ik begin dan op vijf kilometer. Komen ze goed dan ga ik ietsje verder.
Komen ze slecht, dan gaan ze weer naar dezelfde plek. Uiteindelijk zullen
ze na een tien keer op ongeveer 70 kilometer zitten.
Komende donderdag is het inmanden voor de fondvlucht Ablis (610 km).
Hiervoor zullen 34 jaarlingen worden gezet. De dag er na voor de vlucht Boxtel
zullen er 10 jaarlingen worden gezet. Over hoe het is gegaan, zal in het volgende
nummer van Winning verslag worden gedaan.